Eerste installatie tig lasapparaat stap voor stap
Het installeren van een TIG-lasapparaat voor de eerste keer is een belangrijke stap om ervoor te zorgen dat het apparaat veilig en efficiënt werkt. Hieronder vind je een stapsgewijze handleiding voor het aansluiten en instellen van je TIG-lasapparaat.
TIG-lasapparaat
Gasfles (bijv. Argon of Argon menggas, afhankelijk van het laswerk)
Gasregelaar / Reduceerventiel
Tungstenelektrode (afhankelijk van het type materiaal dat je gaat lassen, bijvoorbeeld WELDING TUNGSTEN)
TIG-lastorsten (met de juiste onderdelen zoals gaslens, spantang, etc.)
Aansluitkabels voor stroom en gas
Lasdraad (indien nodig voor het toevoegen van extra materiaal aan de las)
Beschermende uitrusting (lashelm, handschoenen, beschermbril, werkkleding)
Zet het TIG-lasapparaat op een stevige en stabiele ondergrond.
Zorg ervoor dat de werkruimte goed geventileerd is om schadelijke dampen van het lasproces af te voeren.
Controleer of er geen brandbare materialen in de buurt zijn van het lasgebied.
Zet de gasfles rechtop op een veilige plaats, weg van directe hitte of andere gevaarlijke stoffen.
Gebruik de juiste gasfles voor het TIG-lassen (meestal Argon of een Argon menggas). Dit gas zorgt voor de bescherming van de lasboog en het lasoppervlak.
Sluit het reduceerventiel (gasregelaar) aan op de gasfles. Draai het ventiel stevig vast, maar zorg ervoor dat je het niet te strak draait.
Zorg ervoor dat het reduceerventiel geschikt is voor het type gas dat je gaat gebruiken (Argon, Menggas, etc.).
Verbind de gasslang van het reduceerventiel met de gasinlaat van het TIG-lasapparaat. Zorg ervoor dat de slang goed vastzit en er geen gaslekkages optreden.
Controleer de slang op beschadigingen en zorg ervoor dat hij geschikt is voor het gas dat je gaat gebruiken.
Installeer de juiste tungsten-elektrode in de lastoorts. De keuze van de elektrode hangt af van het type materiaal dat je gaat lassen (bijvoorbeeld thoriated, ceriated, of pure tungsten).
Klem de elektrode vast in de spantang (de elektrodehouder) en plaats deze stevig in de lastoorts.
Monteer de gaslens op de lastoorts en zorg ervoor dat deze goed vastzit. De gaslens is belangrijk om een goede gasstroom rond de elektrode te verzekeren.
Indien nodig, installeer ook een koperpunt en de lastoortsbehuizing voor een goede afdichting.
Verbind de stroomkabel met het lasapparaat en de lastoorts. De stroomkabel voert de elektriciteit naar de elektrode in de toorts.
Verbind de massa-aansluiting (aarde) van het lasapparaat met het werkstuk. Dit zorgt voor de terugvoer van de elektrische stroom.
Stel de gasstroom in op het reduceerventiel. De gasstroom moet meestal tussen de 6 en 10 liter per minuut liggen, afhankelijk van het type laswerk en de diameter van de toorts.
Open de gasfles langzaam en controleer de druk op de manometer van het reduceerventiel. Dit geeft aan of de gasstroom op het juiste niveau is ingesteld.
Stel de lasinstellingen in op je TIG-lasapparaat:
Stroomsterkte (ampère): Dit hangt af van de dikte van het materiaal dat je gaat lassen.
Type stroom: TIG-lassen wordt meestal met DC (gelijkstroom) uitgevoerd, maar voor aluminium kan AC (wisselstroom) nodig zijn.
Controleer of je pulse-lassen instelt als je dat wilt gebruiken (voor meer controle bij dunne materialen).
Controleer of de TIG-apparatuur goed is ingesteld voor het type materiaal dat je wilt lassen (staal, RVS, aluminium, etc.).
Zorg ervoor dat je de juiste beschermende uitrusting draagt:
Lashelm met een automatisch donkerfilter.
Lashandschoenen om jezelf te beschermen tegen de hitte.
Beschermende werkkleding om brandwonden te voorkomen.
Controleer alle verbindingen voor mogelijke gaslekkages of losse kabels. Test het apparaat zonder de toorts aan te raken en zorg ervoor dat er geen lekkages zijn.
Zet het lasapparaat aan en test de gasstroom. De gasstroom moet continu zijn en de lastoorts moet goed beschermd zijn met gas om verbranding van de elektrode te voorkomen.
Zet het lasapparaat in de gewenste instellingen en test een kort lasje op een reststuk om te controleren of alles correct werkt.
Als alles goed is ingesteld en getest, kun je beginnen met lassen. Zorg ervoor dat je de juiste techniek gebruikt voor TIG-lassen en altijd de veiligheid in acht neemt.
Zorg altijd voor de juiste gasstroom om de boog te beschermen en de kwaliteit van de las te waarborgen.
Gebruik een schone elektrode voor een stabiele boog.
Stel het apparaat correct in voor het materiaal dat je gaat lassen, aangezien dit sterk van invloed is op de laskwaliteit.
Controleer regelmatig je gasfles en lasdraad om te voorkomen dat je zonder gas of materiaal komt te zitten tijdens het lassen.
Door deze stappen te volgen, kun je jouw TIG-lasapparaat correct installeren en veilig beginnen met lassen.
Openingstijden
Op afspraak in de showroom. Maak gerust een afspraak via het contactformulier of bel ons.
Contactgegevens
P.V.M.G. Blauw 5
6666 LR Heteren
Mobiel: 06-11564321
E-mail: info@kraaijkamp-lasmachines.nl
© 2020-2025 - Kraaijkamp Lasmachines - Algemene voorwaarden - Privacybeleid