Veiligheid bij lassen

Veiligheid bij lassen

Veiligheid bij lassen is cruciaal om letsel en schade te voorkomen. Lassen is een technisch proces dat gepaard gaat met verschillende gevaren, zoals hitte, licht, gassen en giftige dampen. Het naleven van veiligheidsrichtlijnen is essentieel voor het beschermen van de lasser en de omgeving. Hier zijn enkele belangrijke veiligheidsmaatregelen bij het lassen:

1. Oog- en gezichtsbescherming

Lashandschoenen: Het is essentieel om lashelmen met een automatische donkeringsfunctie te dragen om je ogen te beschermen tegen de schadelijke laslicht (UV- en IR-straling). De SHADE van de helm moet geschikt zijn voor het type laswerk (meestal tussen shade 9-13).

Veiligheidsbril: Bij werkzaamheden zonder lashelm is een veiligheidsbril met een speciale filter nodig om schade aan de ogen te voorkomen.

Gezichtsbescherming: In sommige gevallen is extra bescherming nodig voor het gezicht (bijvoorbeeld met een gezichtsscherm).

2. Hand- en lichaamsbescherming

Las handschoenen: Draag vlamvertragende lashandschoenen om je handen te beschermen tegen de hitte, spetters en scherpe randen van materialen.

Beschermende kleding: Draag vlamvertragende lasjassen of -schorten, gemaakt van leer of speciaal beschermend materiaal, om je lichaam te beschermen tegen hitte en spetters.

Schoenen: Draag stevige, vlamvertragende werkschoenen die je voeten beschermen tegen hete spetters of vallende objecten.

Luchtwegenbescherming: Gebruik indien nodig een ademhalingsmasker of luchtreinigingssysteem om schadelijke dampen te filteren, vooral in slecht geventileerde ruimtes.

3. Bescherming tegen gevaarlijke stoffen

Gassen en dampen: Lasgassen zoals ozon, koolmonoxide en nitraatdampen kunnen schadelijk zijn. Zorg voor voldoende ventilatie in de werkruimte of gebruik afzuigsystemen.

Beschermingsgas: Houd rekening met de gassen die je gebruikt bij MIG, MAG of TIG lassen, zoals argon, helium of CO2, en zorg ervoor dat je het juiste gasmengsel hebt om ongevallen te voorkomen.

4. Brandveiligheid

Brandblusapparatuur: Zorg ervoor dat er een brandblusser (minstens ABC poederblusser) in de buurt is van je werkplek. Laswerk kan gemakkelijk brand veroorzaken door hete spetters die in contact komen met brandbare materialen.

Brandbare materialen verwijderen: Zorg ervoor dat brandbare materialen zoals hout, papier en olie uit de buurt van de laswerkplek zijn.

Brandwonden vermijden: Houd rekening met de hittebron van de las en zorg ervoor dat je jezelf niet verbrandt, vooral bij het werken in moeilijk bereikbare hoeken.

5. Elektrische veiligheid

Aardingssystemen: Zorg ervoor dat het lasapparaat goed geaard is om elektrische schokken te voorkomen.

Veilige stroomkabels: Inspecteer regelmatig de laskabels en connectoren om te controleren op slijtage of beschadiging die tot elektrische gevaren kan leiden.

Gebruik van isolerende handschoenen: Als je werkt met elektrisch aangedreven lasapparaten, zorg dan voor isolerende handschoenen en draag geen metalen sieraden die een kortsluiting kunnen veroorzaken.

6. Houd je werkplek opgeruimd

Ruim je werkruimte op: Een schone werkplek is essentieel voor de veiligheid. Zorg ervoor dat gereedschappen en materialen goed zijn opgeborgen en dat er geen brandbare stoffen of afval in de buurt zijn.

Goed zicht: Zorg voor voldoende verlichting op de werkplek, zodat je goed kunt zien wat je doet en mogelijke gevaren kunt vermijden.

7. Veiligheid bij gasflessen

Gasflessen goed opslaan: Bewaar gasflessen altijd rechtop in goed geventileerde ruimtes, uit de buurt van open vuur en warmtebronnen.

Controleer op lekkages: Controleer regelmatig op gaslekken bij de gasflessen en zorg ervoor dat de slangen en verbindingen goed zijn afgesloten wanneer ze niet in gebruik zijn.

8. Ergonomie en houdingen

Werkhouding: Zorg voor een goede werkhouding en vermijd langdurig in dezelfde positie staan of zitten, om spierspanning of vermoeidheid te voorkomen. Maak gebruik van een goede laswerkbank of laspositie om de belasting op je lichaam te minimaliseren.

9. Opleiding en training

Opleiding: Zorg ervoor dat je goed opgeleid en getraind bent in lastechnieken en veiligheid. Weten hoe je je lasapparatuur correct bedient, en begrijpen wat de gevaren zijn, is essentieel.

Gebruik de juiste techniek: Onjuiste lastechnieken kunnen leiden tot ongecontroleerde boogontwikkeling, spetteren, slechte penetratie of het inademen van schadelijke stoffen.

10. Preventief onderhoud van apparatuur

Inspecteer lasapparatuur regelmatig: Controleer je lasapparatuur regelmatig op slijtage en defecten. Een goed onderhouden apparaat vermindert het risico van storingen en ongelukken.

Ventilatie van lasruimte: Zorg voor voldoende ventilatie in de ruimte om schadelijke gassen en dampen af te voeren.

Samenvatting:

Veiligheid bij lassen is van het grootste belang en vereist de juiste beschermende uitrusting, goede werkpraktijken, en technieken om de risico's van brand, elektrische gevaren, schadelijke dampen, en lichamelijke letsels te minimaliseren. Door goed geïnformeerd te zijn en voorzorgsmaatregelen te nemen, kan je je laswerk veilig uitvoeren.